vrijdag 5 januari 2007

‘Moslims, laat je niet provoceren’

Amsterdam - Afgeladen collegezaal van Amsterdamse universiteit denkt na over manieren om Haagse ‘islamracist’ aan te pakken.

Reportage - Van onze verslaggeefster Annieke Kranenberg
(overgenomen uit De Volkskrant)

‘Met Wilders zit er een islamracist in Den Haag.’ Mohamed Rabbae, voormalig Kamerlid van GroenLinks, ontvangt woensdagavond een luid applaus in de overvolle collegezaal van de universiteit in Amsterdam.

Maar, zegt hij, ‘moslims moeten zich nooit laten provoceren door Wilders. En democratische partijen moeten afstand nemen van zijn racistische gedachtegoed.’

Rabbae heeft de zaal aan zijn kant tijdens het debat Wat is het antwoord op Geert Wilders?, georganiseerd door Samen tegen Racisme (STR) en Nederland Bekent Kleur (NBK).

Als het aan Wilders’ Partij voor de Vrijheid had gelegen, zou het debat niet hebben plaatsgevonden. Vorige week stelde de PVV vragen aan minister Plasterk van Onderwijs ‘over het gebruik laten maken van een faciliteit van de Universiteit van Amsterdam door extreem-linkse organisaties met het doel een democratisch gekozen politicus te stigmatiseren’.

Miriyam Aouragh van STR zegt dat Wilders’ critici zich niet de mond laten snoeren. ‘Dat juist de persoon met de grootste mond over de vrijheid van meningsuiting, die vindt dat je alles mag zeggen, zelf zo’n klein incasseringsvermogen blijkt te hebben.’

Toch staat het debat niet in het teken van Wilders-bashing. UvA-docent Jan Dirk de Jong houdt een genuanceerd verhaal over hoe Marokkaanse jongens in Amsterdam-West over Wilders denken. ‘Een groot aantal jongens kan Wilders beter verdragen dan linkse politici.’ Want hij strijd met open vizier, terwijl anderen vaak ‘mooi lullen, maar een eigen agenda hebben’.

Maar wat Wilders zegt, wordt wel als uiterst kwetsend en onrechtvaardig ervaren. ‘Waarom spreekt hij voortdurend dé Marokkanen en dé moslims aan’, zegt De Jong. ‘Hij vergroot de scheiding tussen de bevolkingsgroepen.’

Maar hoe moet Wilders worden aangepakt? Het Openbaar Ministerie moet zijn discriminerende uitspraken vervolgen, zegt de een. En: ‘We moeten het niet meer over Wilders hebben maar over de PVV, dan wordt hij niet meer op zijn geliefde voetstuk geplaatst’, zegt de ander. Wilders’ retoriek leidt de aandacht af van reële problemen, hij moet bestreden worden op inhoudelijke punten, meent een ander.

Ook elders zoeken tegenstanders van Wilders manieren om de PVV-leider tegengas te geven. Daartoe heeft een groep Amsterdamse PvdA-leden een website (www.tegenhaatzaaien.nl) opgericht. ‘Wij vinden niet dat de Wildersen moeten worden doodgezwegen’, aldus de site. ‘Wel dat ze glashelder moeten worden tegengesproken.’

Dat lijkt ook Ed van Thijn, Eerste Kamerlid van de PvdA, te vinden. Hij zou een van de sprekers zijn tijdens het debat, maar is geveld door griep. ‘Geen diplomatieke griep’, verzekert hij. Ook Van Thijn noemt het haat zaaien tegen moslims momenteel ‘een van meest virulente vormen van racisme’.